Title

3 Talengebruik in alle onderzochte situaties in Suriname

In Suriname zegt 29,4% van de respondenten altijd Nederlands te spreken in zijn naaste omgeving (22,8% Surinaams- + 6,6% Europees-Nederlands). Dit is beduidend minder dan in Vlaanderen (90,6%) en Nederland (85,2%) en ligt voor het veeltalige Suriname logischerwijze meer in de buurt van de meertalige regio’s Brussel (54,8%) en Friesland (37,3%). Overigens meldt slechts 11,2% van de Surinaamse panelleden dat het nooit Nederlands spreekt; 59,4% doet het ook, maar niet altijd.

> Download bovenstaande infographic en druk deze af.

In familiale contexten worden in Suriname diverse talen naast elkaar gesproken, zoals Nederlands, Sranantongo, Sarnami, Saramakaans, Javaans en Aucaans. Opvallend is dat de Surinaamse deelnemers melden met hun kinderen meer Nederlands te spreken dan met eender welk familielid, 47,8% (33,5% + 14,3%), en vooral jonge ouders het belangrijk lijken te vinden het Nederlands door te geven. In vergelijking met het talengebruik met familieleden neemt het gebruik van ook Sranantongo met vrienden en buren toe, terwijl dat van ook Sarnami of andere moedertalen afneemt.

“Vooral jonge ouders lijken het belangrijk te vinden het Nederlands door te geven.”

In Suriname zegt de jongste generatie van 15- tot 39-jarigen meer altijd Nederlands te gebruiken in hun naaste omgeving dan de middelste generatie van 40- tot 64-jarigen en dit gaat ten koste van het gebruik van ook Sranantongo. In tegenstelling tot in Nederland en Vlaanderen spreken vrouwen in Suriname vaker altijd Nederlands dan mannen. Mannen gaan sneller ook Sranantongo gebruiken, terwijl vrouwen zich in mindere mate ook tot Sarnami of een andere moedertaal wenden.

Terwijl in Nederland en Vlaanderen door 93,0% en 96,3% altijd Nederlands wordt gesproken in sociale situaties buitenshuis, gebeurt dit in Suriname door slechts 53,2% (39,3% + 13,9%), maar dit is wel opvallend meer dan in Friesland (37,3%) of Brussel (34,4%). Naast Nederlands wordt door 38,8% van de panelleden ook Sranantongo gesproken. Zo toont het Sranantongo zich in sociale situaties buitenshuis de voornaamste Surinaamse contacttaal naast het Nederlands.

Vooral door katholieken met het Nederlands als moedertaal wordt het Nederlands altijd als taal van religie gehanteerd: door 81,2% (76,8% + 4,4%). Bij de evangelisten daalt dit naar 61,8% (49,4% + 12,4%), bij de protestanten naar 54,7% (50,5% + 4,2%), bij de moslims naar 35,0% (28,3% + 6,7%) en bij de hindoes naar 23,1% (18,6% + 4,5%). Bij gelovigen die het Nederlands niet als moedertaal hebben, neemt het exclusieve gebruik van het Nederlands bij hun religieuze beleving nog verder af. Bij de katholieken, evangelisten en protestanten komt er dan veruit het meest (ook) Sranantongo bij, terwijl dat bij de moslims meer (ook) Javaans en bij de hindoes meer (ook) Sarnami en Hindi is.

Op sociale media wordt in Suriname meer Nederlands en Engels gebruikt dan in de voorafgaande sociale situaties: 65,1% zegt altijd Nederlands te gebruiken (61,8% + 3,3%), 16,0% Nederlands en Engels en 1,9% altijd Engels. Zo toont het Engels zich op sociale media zelfs een belangrijkere taal dan het Sranantongo, vooral op Facebook, ook op Twitter en WhatsApp, maar niet in sms.

> Download bovenstaande infographic en druk deze af.

In Suriname zegt 70,7% (55,6% + 15,1%) van de respondenten het nieuws altijd in het Nederlands te raadplegen en zegt 22,8% dit in Nederlands en Engels te doen. Deze scores liggen voor beide talen dus nog hoger dan bij de sociale media. 85,9% (63,0% + 22,9%) zegt kranten altijd in het Nederlands te lezen, 11,2% zegt dit in Nederlands en Engels te doen. 68,7 % (54,7% + 14,0%) zegt het journaal altijd in het Nederlands te bekijken en 17,1% zegt dit in Nederlands en Engels te doen. 56,0% (48,3% + 7,7%) zegt online nieuws altijd in het Nederlands te raadplegen, 41,9% zegt dit in Nederlands en Engels te doen. De hoge scores voor Nederlands komen dus vooral door de kranten, terwijl die voor Engels vooral door het online nieuws komen. In 2016 tekende zich in de nulmeting voor Nederland en België een vergelijkbaar verschil af tussen de klassieke papieren en de nieuwe online media.

In de Surinaamse cultuurbeleving zet het gebruik van Engels zich door: 35,6% zegt Nederlands en Engels te gebruiken, 30,1% altijd Nederlands (23,7% + 6,4%) en 13,1% altijd Engels. Op geen enkel ander gebied in Suriname wordt zoveel Engels gerapporteerd. De hoge scores voor Engels komen meer door het kijken naar films en series (59% zelden of nooit met Nederlandstalige ondertitels) dan door het luisteren naar muziek (29,8% ook en 1,9% altijd Engels). Uit flankerende gegevens die zijn verzameld, blijkt dat er op televisie veel films worden getoond in het Engels zonder Nederlandstalige ondertitels en in het Hindi met Engelstalige ondertitels. In de muziekwinkels is er veel vraag naar Engelstalige pop, Nederlandstalige hiphop, Kaseko in het Sranantongo en Bollywoodsongs in het Hindi. Ook Sarnami wordt door de Surinaamse panelleden vaak genoemd als taal van cultuurbeleving.

In lijn met het gerapporteerde gebruik van Engels bij cultuurbeleving zegt 44,8% van de Surinaamse respondenten boeken ook in het Engels te lezen (42,9% Nederlands en Engels + 1,9% ook Engels en Spaans). Dit is niet veel minder dan de 49,6% (39,7% + 9,9%) die zegt hiervoor altijd Nederlands te gebruiken. Tegelijkertijd geeft 89,7% van de Surinaamse panelleden aan boeken altijd of vaak in het Nederlands te lezen. Hoewel veel Surinamers zeggen boeken ook in het Engels te lezen, blijken ze dit toch vaker in het Nederlands dan in het Engels te doen. Deze vaststelling sluit ook meer aan bij het beeld dat de Surinaamse boekenverkopers laten zien: er worden vooral boeken in het Nederlands verkocht, boeken in het Engels zijn vooral voor toeristen en studenten bestemd.

“Op sociale media, voor hun online nieuwsgaring en in hun cultuurbeleving maken Surinamers net als Nederlanders en Belgen vaker gebruik van Engels naast Nederlands.”

Volgens 75,0% (63,1% + 11,9%) van de Surinaamse respondenten verloopt de interne communicatie op het werk uitsluitend in het Nederlands. Dit ligt in lijn met de resultaten voor Nederland en België uit de nulmeting in 2016. Schriftelijk en met de leidinggevenden wordt meer uitsluitend Nederlands en minder ook Sranantongo gebruikt dan mondeling en met de collega’s. Volgens 80,3% (72,6% + 7,7%) verloopt de externe communicatie eveneens uitsluitend in het Nederlands. Dit is een opvallend hoge score in vergelijking met de resultaten voor Nederland en België uit 2016. Hierbij wordt wel gemeld dat er met klanten ook in het Sranantongo wordt gesproken en ook in het Engels wordt gemaild.

Slechts 5,0% van de Surinaamse panelleden rapporteert ook Engels voor de interne communicatie en slechts 11,5% doet dit voor de externe communicatie. Uit flankerende gegevens die voor een aantal grotere Surinaamse bedrijven zijn verzameld, blijkt het gebruik van het Engels vooral in de externe communicatie te worden onderschat, met name in webteksten, jaarverslagen en sollicitatieoproepen. Deze onderschatting kan mogelijk worden verklaard door het feit dat veel Surinaamse panelleden voor de overheid en in het onderwijs werken en in deze sectoren minder Engels wordt gebruikt. Tot slot vindt men in Suriname het minst van alle betrokken landen en regio’s dat kennis van het Nederlands een noodzakelijke voorwaarde is om een baan te krijgen: 72,0% is het hier (helemaal) niet mee eens, tegenover 46,9% in Brussel, 32,1% in Nederland, 31,6% in Friesland en 27,2% in Vlaanderen.

In het Surinaamse onderwijs is het Nederlands de voornaamste instructietaal. In het basisonderwijs wordt soms ook gebruikgemaakt van Sranantongo en vanaf het middelbaar onderwijs ook van Engels, niet alleen in lessen en voor studiematerialen, maar ook in werkstukken die leerlingen moeten maken. Net zoals voor Nederland en België bleek uit de nulmeting in 2016, neemt in Suriname het draagvlak voor het geven van niet-taalvakken in andere talen toe naarmate het onderwijsniveau stijgt: 47,6% is het hiermee (helemaal) eens voor het basisonderwijs, 52,3% voor het middelbaar onderwijs en 55,2% voor het hoger onderwijs. In Suriname ligt het resultaat voor het basisonderwijs (47,6%) hoger dan in Nederland (22,1%) en Vlaanderen (31,8%) en meer op het niveau van Friesland (45,2%) en Brussel (53,1%) als meertalige regio’s, maar in tegenstelling tot in Friesland en Brussel stijgen de resultaten voor het middelbaar en het hoger onderwijs in Suriname niet in dezelfde mate door.

> Download bovenstaande infographic en druk deze af.

Terwijl het Nederlands in Vlaanderen, Brussel en Nederland door 83,0%, 82,8% en 76,3% van de moedertaalsprekers een mooie taal wordt gevonden, vindt in Suriname slechts 66,5% dit. Hiermee sluit Suriname meer aan bij de 66,9% in Friesland. Bij de niet-moedertaalsprekers daalt de positieve appreciatie van het Nederlands naar 64,3% in Vlaanderen, 62,5% in Brussel, 47,0% in Nederland, 36,7% in Friesland en 34,2% in Suriname. In Suriname staan de sprekers verder wel neutraal en dus ook niet negatief tegenover het Nederlands. 83,6% van de Surinaamse moedertaalsprekers vindt het belangrijk dat hun kinderen Nederlands leren. Bij de niet-moedertaalsprekers zakt dit percentage naar 44,5%, maar vooral doordat 51,1% van deze groep zich hierin verder neutraal verklaart.